| |

De top 10 van de beste boeken over Veenhuizen 2024

Veenhuizen is een klein dorpje in Drenthe wat eigenlijk al jaren draait om de gevangenis dit in Veenhuizen gevestigd is. Het dorp wordt ook wel eens het gevangenisdorp van Nederland genoemd. Je vind hier meerdere gevangenissen en een leuke gevangenismuseum. Het museum geeft je meer informatie over de geschiedenis van Veenhuizen, maar ook meer informatie over de gevangenissen zelf, je kunt met een boevenbus ook een gevangenis bezoeken.

In de boeken op deze pagina over Veenhuizen staat ook de gevangenis centraal, ondanks dit zijn de boeken toch heel divers. Om je een goed beeld te geven van de boeken heb ik naast een boekomschrijving ook een link van Bol.com geplaatst. De link geeft veel extra informatie over de boeken waaronder de waardering en de recensies van de lezers. Via de link kun je het boek eenvoudig bestellen.

Bajesverhalen Veenhuizen

Veenhuizen (de “Kolonie”) is al vanaf 1818 een gevangenisdorp dat afgesloten was van de buitenwereld tot diep in de jaren ’80. Als je in Veenhuizen niets te zoeken had, kwam je er niet in. De bevolking bestond uit ambtenaren (meest bewakers) en gevangenen.

De bewakers wisten in de regel welke misdaad een gevangene had begaan en wat er allemaal gebeurde in en buiten de gevangenis, maar ze hadden een zwijgplicht. Over de achtergronden van gevangenen werd niet gesproken. De gevangenen vertelden meestal niet de waarheid als ze gevraagd werden waarvoor ze veroordeeld waren.

Er is veel gebeurd in die periode en Bajesverhalen kwamen maar mondjesmaat naar buiten…. Veenhuizen was en bleef voor iedereen een mysterie. Eerst toen de bewakers vanwege hun pensioen gerechte leeftijd Veenhuizen moesten verlaten, konden ze hun verhalen kwijt. Maar de meesten bleven zwijgen. Slechts enkelen van hen waren bereid om hun ervaringen van vroeger stukje bij beetje te vertellen.

Spannende ontwikkelingen en boeiende ontsnappingspogingen uit de historie van de gevangenis van Veenhuizen zijn door Clemens van den Brink verzameld in het boek “BAJESVERHALEN VEENHUIZEN”. Clemens H. J. van den Brink werd op 6 maart 1940 geboren in Veenhuizen in het oude Tweede Gesticht aan de Oude Gracht no. 5 tussen twee werkplaatsen van gevangenen (tegenwoordig deel van het Gevangenismuseum). Zijn vader was voor en gedurende de Tweede Wereldoorlog acht jaar bewaker in de gevangenis van Veenhuizen.

Na zijn HBS-B diploma behaald te hebben, kwam hij in dienst bij Pfizer als artsenbezoeker en werd daar chef van het specialisten team. In 1990 werd hij Managing Director bij Bional Pharma BV en schreef o.a. gedurende 10 jaar het kleurmagazine Naturalia (oplage 4,8-5.0 miljoen). Zelf maakte hij veel van de ontwikkelingen in het BajesDorp Veenhuizen van dichtbij mee. Zijn eigen ervaringen met die van “Oud Kolonialen” hebben hem ertoe aangezet het boek “BAJESVERHALEN VEENHUIZEN” te schrijven.


Paupers en boeven

De geschiedenis van strafkolonie Veenhuizen voor het eerst beschreven

Van pauperparadijs tot strafgevangenis: de Drentse kolonie Veenhuizen kent geen gelijke. Het volledige dorp, eigendom van het Rijk, kreeg bijnamen als Hollands Duivelseiland en Hollands Siberië, en is vaak bezongen op de grammofoonplaat, dankzij de etherpiraten die er ook zaten opgesloten.

Wat begon als sociaal experiment van generaal Johannes van den Bosch groeide uit tot een speeltuin van justitie. De kolonie had als eerste een Open Gevangenis, kampen voor Jehovah’s Getuigen en verkeersdelinquenten, drugsvrije afdelingen en een werkkamp voor jongeren.
Behalve de Vier van Breda, meesterkraker Aage M., de Heinekenontvoerders en crimineel Stanley Hillis, zaten hier ook heel wat bekende Nederlanders die wegens rijden onder invloed als straf bomen moesten kappen.

Auteur Jan Libbenga dook vier jaar lang in de woelige geschiedenis van het dorp waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht; zijn vader was hoofd Administratie van strafgevangenis Norgerhaven. Libbenga raadpleegde veel, soms amper geopende archieven en sprak met oud-directeuren, oud-medewerkers en ex-gevangenen. Paupers en boeven, waarin voor de eerste keer het volledige verhaal van het bajesdorp staat beschreven, bevat tal van nieuwe feiten.

Jan Libbenga publiceerde eerder onder meer een biografie van meesterwitwasser Robert Jan Doorn, een portret van luis in de pels Pieter Lakeman, de geschiedschrijving van de Nederlandse televisie en een boek over de val van de Icesave-bank. Hij groeide op in Veenhuizen.


Vluchtoord Veenhuizen

In 1914 vluchtten 1 miljoen Belgen naar Nederland. Een deel van de Rijkswerkinrichting in Veenhuizen werd ingericht als vluchtoord, om een aantal van deze vluchtelingen, ex-gevangenen,te kunnen opvangen. Lees hoe hun leven daar verliep.

Aan het begin van de eerste wereldoorlog vluchtten 1 miljoen Belgen naar het neutrale Nederland. De gevangenissen in België moesten sluiten als gevolg van de oorlog omdat er geen personeel meer was. Gevangenen uit Luik en Merksplas werden, verspreid over maanden, o.a. naar vluchtoord Veenhuizen gebracht.

Dit boek bestaat uit twee delen. Deel 1 behandelt de oorzaak van de eerste wereldoorlog en de daaruit voortvloeiende vluchtelingenstroom. Deel 2 gaat over het vluchtoord Veenhuizen. Het boek is een verslag van het onderzoek naar de vluchtelingenstroom en het vluchtoord Veenhuizen. Hoe kwamen de vluchtelingen daar, hoe ging het transport? Wat aten ze? Hoe sliepen ze? Hoe was de interne organisatie? Wat waren de kosten en wat konden de vluchtelingen overdag doen?

Dit en nog veel meer feiten worden overzichtelijk in dit boek beschreven. In het Eerste gesticht van Veenhuizen zaten alleen gedwongen opgenomen vluchtelingen, in het Derde gesticht zaten vrijwillig opgenomen vluchtelingen, met name vrouwen en kinderen. In dit gesticht was ook een fröbelschool gevestigd. Als bronnen hebben o.a. gediend het Drents Archief, de kranten van toen, diverse artikelen en internet.


De geheimen van Bajesdorp

BajesDorp Veenhuizen bestaat in 2018 tweehonderd jaar. Dat zal niet onopgemerkt blijven. Veenhuizen (de “Kolonie”) is al vanaf 1818 een uniek gevangenisdorp dat afgesloten was van de buitenwereld tot diep in de jaren ’90.

De bevolking bestond uit ambtenaren (meest bewakers) en gevangenen. De bewakers wisten in de regel welke misdadigers er vast zaten, welke misdaden zij hadden begaan en wat er gebeurde in en buiten de gevangenis. Maar… ze hadden een zwijgplicht. De verhalen bleven letterlijk onder hun pet en de gevangenen vertelden meestal niet de waarheid als ze gevraagd werden waarvoor ze veroordeeld waren. Zo kwamen de bajes-verhalen maar mondjesmaat naar buiten, dus…. Veenhuizen was en bleef voor iedereen een mysterie.

Eerst toen de bewakers pensioengerechtigd waren en Veenhuizen moesten verlaten, konden ze hun verhalen kwijt. Maar de meesten bleven zwijgen. Slechts enkelen van hen waren bereid om hun ervaringen van vroeger stukje bij beetje te vertellen.

Ontwikkelingen gedurende twee eeuwen, spannende anekdotes, boeiende ontsnappingspogingen en unieke verhalen van en over criminelen uit de gevangenis van Veenhuizen zijn door Clemens van den Brink verzameld in een reis door de tijd: “De Geheimen van BajesDorp (Veenhuizen 1818-2018)”


Koloniekind

Als dochter van ‘meester Meester’ groeide Mariët Meester op in de afgelegen justitiekolonie Veenhuizen, toen het Drentse dorp nog verboden was voor buitenstaanders. De kleine Mariëtte ging in een gevangenisbus naar de kleuterschool, de tuin van het huis waar ze woonde werd door gevangenen onderhouden en op zondag zat ze samen met gevangenen – haar rolmodellen – in de kerk.
Voor Koloniekind kroop Meester weer in de huid van het meisje dat ze ooit was. Aan de hand van haar persoonlijke verhaal beschrijft ze van binnenuit hoe de inwoners van Veenhuizen samenleefden met de criminelen die ze moesten bewaken


Veenhuizen “Wat heeft U hier te zoeken”…

Veenhuizen. Wat heeft u hier te zoeken…: onder leiding van bedenker en samensteller Ben Trip, heeft een gedreven team deskundige vrijwilligers hier de afgelopen drie jaar hard aan gewerkt. Dat heeft geresulteerd in het prachtige boek “Veenhuizen. Wat heeft u hier te zoeken…” voor iedereen die geïnteresseerd is in verleden en heden van Veenhuizen. Door de unieke foto’s, aquarellen, feiten en prachtige verhalen komt de geschiedenis van ‘pauperparadijs’ tot en met gesloten justitiedorp voor de lezer tot leven.


Tales of Veenhuizen

Voor iedere niet Nederlands sprekende bezoeker blijft Veenhuizen met haar bijzondere geschiedenis een gesloten boek. Daar kwam de uit Zuid-Korea afkomstige ontwerper Minsung Wang achter toen hij een bezoek bracht aan het dorp. Ondanks de internationale ambities is alles, van folder tot bijschriften op museumbordjes, in het Nederlands. Speciaal voor buitenlandse bezoekers maakte Minsung het Engelstalige boek, Tales of Veenhuizen. Tales of Veenhuizen is een geïllustreerd boek over de unieke historie van het erfgoed en de cultivering van elk aspect van Veenhuizen. In zeventien korte verhalen, wordt de geschiedenis verteld aan de hand van de moralistische gevelteksten uit de periode van de Maatschappij van Weldadigheid, zoals Orde en Tucht, Werk en Bid en Rust Roest, die overal in Veenhuizen te zien zijn


De kinderkolonie

In ’De kinderkolonie’ beschrijft Wil Schackmann de lotgevallen van de wezen, hun opzieners en de bestuurders met mededogen en humor.

In 1824 arriveren de eerste ‘weezen, vondelingen en verlaten kinderen’ in de kinderkolonie Veen-huizen. Hier moeten ’slands meest kansarme kinderen worden opgevoed tot nijvere landarbeiders. Het ‘landbouwend weeshuis’ is een initiatief van de Maatschappij van Weldadigheid. Met veldwerk en fabrieksarbeid zullen de kinderen hun onderhoud en onderwijs bekostigen. Een waterdicht plan – althans, in theorie. De werkelijkheid pakt anders uit: armoede, ziekte en sterfte grijpen om zich heen en de kosten rijzen de pan uit.

In 1859 wordt het kindergesticht overgenomen door het rijk en uiteindelijk omgevormd tot de beruchte strafinrichting. Op basis van uitgebreid onderzoek in het rijke Kolonie- archief wekt hij de geschiedenis tot leven.


Hollands Siberie

De franciscaan Peter Pex wordt naar `het slechtste dorp van Nederland Veenhuizen gestuurd waar eerder geen enkele pastoor het heeft kunnen uithouden. Hij komt er in 1936 in dienst van de rijkswerkinrichtingen. Vol vuur begint hij aan zijn taak en probeert tegelijkertijd het hiërarchisch georganiseerde justitiedorp te doorgronden. Tijdens de Tweede Wereldoorlog belandt hij samen met zijn huishoudster in het verzet. Ze krijgen een geheime liefdesrelatie, die steeds ingrijpender en gecompliceerder wordt. Hollands Siberië vertelt over de opkomst en ondergang van een man die alleen s nachts zichzelf kan zijn.


Koloniekak

Koloniekak beschrijft het leven in de twintigste eeuw in de gevangeniskolonie Veenhuizen.
Mariët Meester, die er opgroeide, schetst deze bijzondere gemeenschap aan de hand van herinneringen van oud-inwoners.

Veenhuizen was tot 1983 niet toegankelijk voor buitenstaanders; rondom stonden bordjes
‘Verboden toegang’. De bevolking bestond uit justitieambtenaren, die uit het hele land kwamen. Door mensen uit de omgeving werden zij ‘koloniekak’ genoemd, vanwege hun ambtenarenstatus en het feit dat ze Nederlands spraken in plaats van Drents.

Mariët Meester sprak met tientallen oud-Veenhuizers. Ze vertelden over het dagelijkse leven en bijzondere gebeurtenissen. Overal was de invloed van de gestichten aanwezig: kinderen namen de boevenbus naar school, gewapende gestichtswachters hielden de tuinman in de gaten, en bij promotie hoorde een grotere woning. Leven en werk liepen op wonderlijke wijze door elkaar. In Veenhuizen had de bevolking een unieke relatie met landlopers, criminelen en oorlogsdelinquenten.

Door de speelse opzet van dit boek wordt de lezer snel meegenomen in de besloten wereld van Veenhuizen. Een unieke kans meer aan de weet te komen over een ongewoon dorp.


Vergelijkbare berichten