De top 10 van de beste boeken over Nederlands Indië 2024
Nederlands-Indië was vanaf 1816 de officiële benaming voor alle in de Indische Archipel door de Nederlandse staat gekoloniseerde gebieden die in de jaren twintig van de twintigste eeuw de omvang kregen van het huidige Indonesië.
Na de Japanse bezetting tijdens de Tweede Wereldoorlog werd de Indonesische onafhankelijkheid uitgeroepen op 17 augustus 1945. Na de bezetting volgde er een bloederige periode de Indonesische Onafhankelijkheidsoorlog waarbij duizenden mensen omkwamen. Op 27 december 1949 erkende Nederland de onafhankelijkheid van Indonesië en vond de soevereiniteitsoverdracht plaats. Hiermee kwam een einde aan de Nederlandse aanwezigheid van het huidige Indonesië. (Bron: Wikipedia)
Ondanks dat er veel geschreven en gezegd is over de vreselijke gebeurtenissen is er weinig aandacht voor Nederlands Indië. Daarom leek het mij goed om hier eens een blog aan te besteden. Op deze pagina vind je de mooiste en beste boeken die te maken hebben met Nederlands Indië. Ondanks dat de boeken allemaal hetzelfde onderwerp hebben zijn de boeken heel verschillend. Van persoonlijke verhalen tot aan de geschiedenis en nog veel meer.
Om je een goed beeld te geven van de boeken, heb ik naast een boekomschrijving ook een link van Bol.com geplaatst. De link geeft veel extra informatie over het boek, waaronder de waardering en de recensies van de lezers. Via de link kun je het boek eenvoudig en snel bestellen. Een goed alternatief voor Bol.com is Bookspot.nl
- Revolusi – Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld
- De spoorwegen in Nederlands-Indië 1864-1942
- Gordel van geweld
- Tabé Java, tabé Indië
- De njai – het concubinaat in Nederlands-Indie
- Daar werd wat gruwelijks verricht
- Geschiedenis van Indonesië
- Schuilen tussen bamboe
- Moederstad – Jakarta, een familiegeschiedenis
- De wraak van Diponegoro
Revolusi – Indonesië en het ontstaan van de moderne wereld
Vijf jaar lang werkte David Van Reybrouck aan zijn monumentale Revolusi. Hij interviewde bijna tweehonderd mensen, de laatste nog levende getuigen van de onafhankelijkheidsstrijd, in Indonesische rusthuizen, Japanse miljoenensteden en op verafgelegen eilanden. Ook in Nederland bracht zijn onderzoek tal van nieuwe verhalen aan het licht.
De veelheid aan perspectieven en herinneringen weeft Van Reybrouck samen tot het aangrijpende verhaal van de Indonesische onafhankelijkheid. Zo toont hij hoe een nieuwe wereld vorm kreeg: in bloed, in pijn, met hoop.
De onafhankelijkheidsstrijd van Indonesië, die zijn hoogtepunt bereikte in de jaren veertig van de vorige eeuw, is lang gezien als een conflict tussen kolonisator Nederland en het gekoloniseerde Indië. Maar in werkelijkheid was het wereldgeschiedenis.
David Van Reybroucks Revolusi is het eerste boek dat de strijd lostrekt uit het nationale perspectief en het belang ervan toont als mondiale gebeurtenis. Indonesië was het eerste land dat na de Tweede Wereldoorlog zijn onafhankelijkheid uitriep. Na de Japanse bezetting verzetten jonge rebellen zich gewapenderhand tegen elke nieuwe vorm van overheersing. Britse, Australische en vooral Nederlandse troepen moesten rust en orde brengen, maar hun aanwezigheid leidde juist tot het ontvlammen van de eerste moderne dekolonisatieoorlog.
Die strijd inspireerde onafhankelijkheidsbewegingen in Azië, Afrika en de Arabische wereld, zeker toen het vrije Indonesië in 1955 de legendarische Bandung-conferentie organiseerde, het eerste wereldcongres zonder het Westen. De wereld had zich met de Revolusi bemoeid en de wereld was erdoor veranderd.
De spoorwegen in Nederlands-Indië 1864-1942
Eerste overzichtswerk over spoorwegen in de Oost Met een groot aantal niet eerder gepubliceerde foto’s
Terwijl over de spoorwegen in Nederland tientallen studies zijn geschreven, die vrijwel elk aspect van de spoorwegwereld bestrijken, bestaat iets dergelijks over de spoor- en tramwegen in het voormalige Nederlands-Indië niet. Er zijn een paar serieuze studies waarin bepaalde delen, zoals de stations of de stoomlocomotieven, van de spoorwegen in de ‘gordel van smaragd’ zijn beschreven en gedocumenteerd.
Een algemeen overzicht van het ontstaan en wijze van exploitatie van die spoorwegen gerelateerd aan de politieke en economische omstandigheden van Insulinde bestaat echter nog niet. Waarom kwamen de spoorwegen daar zo laat, waarom niet eerder? En waarom een lijn van A naar B en niet van C naar D? En waarom aanleg en exploitatie door de Staat en niet door particuliere ondernemers?
Dit boek probeert antwoorden op deze vragen te geven. De prachtige spoorwegnetten op Java en Sumatra in de ‘koloniale’ tijd door Nederlandse ingenieurs en Indonesische werkers gebouwd, verdienen die aandacht.
Gordel van geweld
Een jongeman uit Ede ontvlucht in 1932 de crisis in Nederland en wordt soldaat in Nederlands-Indië. Hij vindt daar zijn vrouw, wordt vader en neemt zich voor om ‘uitmuntend militair’ te worden. Dan vallen in 1942 de Japanners aan en stort het trotse Koninklijk Nederlandsch-Indisch Leger (KNIL) in. Het is het begin van een chaotische, gewelddadige periode waarin man en vrouw elkaar uit het oog verliezen.
Vader verricht dwangarbeid aan de Birmaspoorlijn, moeder en kinderen overleven ternauwernood de Jappenkampen. Uiteindelijk, na veel omzwervingen, vindt een moeizame gezinshereniging plaats op het idyllische eiland Billiton. Maar de strijd gaat door: vader neemt deel aan het keiharde Nederlandse militaire antwoord op de Indonesische onafhankelijkheidsstrijd.
Na de verloren koloniale oorlog keert het gezin omstreeks 1950 berooid terug naar Nederland, dat bepaald niet op hen zit te wachten.
Via onderluitenant Henk Navest, infanterist bij het koloniale KNIL, en zijn vrouw Trijntje met hun kinderen Ab en Ceel, krijgt de lezer een inkijkje in een bewogen leven. Aan de hand van familieverhalen, achtergehouden patrouilleverslagen en unieke dagboekaantekeningen reconstrueert Art de Vos het leven van Henk en Trijntje Navest en hun familieleden. De gebeurtenissen in dit meeslepende familieverhaal trekken diepe sporen in de karakters van de hoofdpersonen: zij waren tegelijkertijd getuige, slachtoffer én partij in dit zwarte hoofdstuk in onze vaderlandse geschiedenis.
Tabé Java, tabé Indië
In 1945 melden duizenden Nederlandse jongens zich aan als oorlogsvrijwilliger om ‘onze Rijksgenoten in Indië te bevrijden’. Evert-Jan Nijboer, een boerenzoon met weinig toekomstperspectief en veel idealen, geeft zich op.
Hoopvol begint hij aan zijn avontuur, en aan zijn dagboek. De heenreis leest als een jongensboek, maar eenmaal op Java verandert de toon. Hij ziet vrienden sneuvelen, fotografeert massagraven en redt duizenden Javanen van een verbrandingsdood. De reis ontwikkelt zich tot een survivor’s story.
Bij thuiskomst zwijgt Evert-Jan, zoals zovelen. Zeventig jaar later reist kleinzoon Ronald Nijboer zijn opa achterna, met diens dagboek in de hand. Hij onderzoekt het lot van de oorlogsvrijwilligers, die altijd een status aparte hielden. Waarom zweeg een hele generatie Indiëgangers? En wat zien we, als het zwijgen met verhalen gevuld wordt?
De njai – het concubinaat in Nederlands-Indie
In het koloniale Nederlands-Indië hebben altijd meer Europese mannen dan Europese vrouwen gewoond. Voor dit blanke mannenoverschot vond men een praktische oplossing: het concubinaat.
De soldaten, planters of ambtenaren gingen samenleven met een Indonesische, of ook wel een Chinese of Japanse vrouw. Zo n vrouw werd een njai genoemd. Haar geschiedenis (en die van haar kinderen) wordt in De njai voor het eerst verteld. Toen Reggie Baay (zelf kleinkind van een njai) begon te publiceren over dit onderwerp, maakte dat veel reacties los.
Baay interviewde kinderen en kleinkinderen van njais en verzamelde unieke foto s. Uit dit materiaal heeft hij geput om de geschiedenis een gezicht te geven: het gezicht van de oermoeder, de vrouw die nu (eindelijk) haar rechtmatige plaats in de geschiedenis komt opeisen.
Daar werd wat gruwelijks verricht
2 Januari 1668: Francisco van Bengale, slaaf van onderkoopman Jan Grootstadt, verhangt zich.’
Francisco was een van de velen die de dood verkozen boven een ondraaglijk slavenbestaan in Nederlands Oost-Indië.
Van de beginjaren van de voc tot aan het einde van de kolonie volgt Baay het spoor van de mensenhandel in de Nederlandse koloniën in de Oost. De koloniale slavernij nam er vele vormen aan: er waren huisslaven, kindslaven, seksslaven, ambachtsslaven, maar ook slaven op de plantages en perken.
Slaven werden vernederd, gefolterd en vermoord. Honderdduizenden personen zijn in de Oost tot slaaf gemaakt.
Geschiedenis van Indonesië
Geschiedenis van Indonesië vertelt het fascinerende verhaal van een land van enorme contrasten. De Indonesische archipel herbergt een grote verscheidenheid aan bevolkingsgroepen met elk een eigen culturele en religieuze identiteit.
Het ‘vreedzaamste volk op aarde’ (volgens een typering uit de koloniale periode) kan behalve lijdzaam onderdanig ook intens gewelddadig zijn. Dit werk belicht zowel de oudste als de nieuwste geschiedenis van Indonesië. Aan de orde komen onder andere de grote en machtige rijken in de archipel voor de komst van de Europeanen, de introductie en de expansie van de islam en de moeizame verhouding tussen de koninkrijken op Java en de VOC in de zeventiende en achttiende eeuw.
Ook de koloniale tijd, de Japanse bezetting, de onafhankelijkheidsstrijd en vervolgens de overdracht van Nieuw-Guinea in 1962 worden uitvoerig belicht. Veel aandacht wordt besteed aan de Indische Nederlanders die aan het begin van de twintigste eeuw ingeklemd raakten tussen de blanke koloniale bovenlaag en de overgrote meerderheid van de Indonesische bevolking.
De periode rond de Tweede Wereldoorlog en vervolgens de moeilijke keuze voor een van beide vaderlanden hebben de geschiedenis van deze groep bijzonder bewogen gemaakt.
Geschiedenis van Indonesië is een meeslepend en helder geschreven standaardwerk, waarin grote aandacht is voor verschillende visies op allerlei onderwerpen uit het Indonesische verleden.
Het is rijk geïllustreerd in kleur en zwart-wit en brengt een complete geschiedenis tot leven leven die eeuwenlang nauw met de Nederlandse verbonden is.
Schuilen tussen bamboe
Een lang bewaard familiegeheim komt aan het licht Victor Treipl wordt geboren in Bandoeng, Nederlands-Indië, als enig kind van een Oostenrijks emigrantenechtpaar. Omdat Oostenrijk deel uitmaakt van het Duitse Rijk worden ze bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog door Nederland aangemerkt als “staatsvijandelijke Duitsers’.
Hun bezittingen, waaronder Grand Hotel Lembang, worden geconfisqueerd en verkocht. Terwijl familieleden in Nederlandse kampen verdwijnen, worden Victor en zijn tante Hilda gevangengehouden in een geïsoleerd bergdorp.
Victor is negen jaar en wees. Onder de gruwelen van de koloniale oorlog sluimert een familiegeheim dat pas wordt onthuld wanneer Victor en zijn tante in 1949 worden overgebracht naar een kamp in Batavia. Het markeert zijn zoektocht naar identiteit en een eigen stem in tijden van oorlog, onrecht en verlies.
Moederstad – Jakarta, een familiegeschiedenis
De intieme biografie van de mooiste stad die Nederland nooit heeft gehad: Jakarta
MEZZA BOEK VAN DE MAAND
‘Philip Dröge is het type verteller dat men zich als leraar geschiedenis zou wensen. De brede blik, meeslepende verhalen, elk nieuw lesuur weer feest.’ •••• NRC
In Moederstad gaat Philip Dröge in het moderne Jakarta op zoek naar sporen van het oude Batavia. Meer dan drie eeuwen lang woonden zijn voorouders in de stad, zo heeft hij ooit van zijn Indische opa gehoord. Maar wie waren ze? In wat voor stad leefden ze? Hoe is twintig procent Aziatisch DNA in hem terechtgekomen?
Tijdens een meeslepende zoektocht naar antwoorden legt hij de historie van de stad én zijn familiegeschiedenis bloot. Uit het verleden duiken de meest verrassende voorvaders en -moeders op. Een Duitse soldaat die aan het moorden slaat, een slavin van Soembawa, een Hollandse haremhouder en een Chinese vrouw met erg lange oorlellen. Samen vertellen ze het verhaal van een metropool in wording.
Moederstad is de intieme biografie van de mooiste stad die Nederland nooit heeft gehad. Het is een kroniek over dik drie eeuwen liefde, geweld, slavernij, seks, onderdrukking en hoop.
De wraak van Diponegoro
In De wraak van Diponegoro vertelt Martin Bossenbroek het grote verhaal van het gewelddadige begin én einde van Nederlands-Indië, zoals dat werd beleefd door de hoofdrolspelers in beide kampen.
Het eerste deel, gaat over de Java-oorlog (1825-1830), legt de mystieke prins Diponegoro het na jaren van massaal en fanatiek verzet af tegen de flegmatieke legercommandant Hendrik de Kock.
In het tweede deel, gaat het over de dekolonisatieoorlog (1945-1949), bundelt de charismatische, door Diponegoro geïnspireerde nationalistische leider Soekarno met succes alle krachten tegen ‘de laatste landvoogd’, de noeste dromer Huib van Mook.
De wraak van Diponegoro is een magistraal epos in twee bedrijven over de bloedstollende krachtmeting tussen tijger (Nederland) en buffel (Indonesië).