De 10 beste dichtbundels van Nederlandse dichters 2023
Een dichtbundel is een verzameling gedichten in een boekvorm. Het kan heerlijk rustgevend, maar ook inspirerend zijn om gedichten te lezen. Voor kinderen kan het bijdrage leveren aan de taalontwikkeling.
De laatste jaren zijn er weer vele dichtbundels verschenen, veelal met moderne gedichten. Bij moderne gedichten heeft de dichter meer vrijheid. In de top 10 van beste Nederlandse dichtbundels (van Nederlandse dichters) vind je zowel moderne als traditionele gedichten.
De dichtbundels in de top 10 worden uitgebreid beschreven, naast een boekomschrijving vind je ook een link van Bol.com. Deze link geeft veel extra informatie over de dichtbundel waaronder de waardering en de recensies van de lezers. Via de link kun je het boek ook eenvoudig en snel bestellen.

Poëzie, zo moeilijk nie


In 2011 ontving Herman Finkers de Groenman Taal-prijs, een prijs die wordt toegekend door het Genoot-schap Onze Taal aan een mediapersoonlijkheid die zich onderscheidt door goed en creatief gebruik van de Nederlandse taal.
Alle reden om zijn werk uit te brengen in twee gebonden boekjes. Finkers op papier is leesplezier waar je lach- en denkrimpels van krijgt: `Als je heel diep over iets nadenkt dan kom je altijd uit op iets wat niet klopt. Probeer maar eens, klopt altijd. En zo wordt bij Finkers het ongerijmde geloofwaardiger dan het gezond verstand, dat immers al genoeg ellende heeft veroorzaakt.
Finkers versjes en liedteksten zijn opnieuw gebundeld in Poëzie, zo moeilijk nie. Een vrolijke verzameling ongerijmdheid op rijm die de weldenkende lezer zal doen verzuchten: goddank, eindelijk iemand met wie je fatsoenlijk kunt praten. De cursus Omgaan met teleurstellingen gaat wederom niet door bevat een selectie van zijn beste conferences.
Een vijver vol inkt


Sieb Posthuma liet zich voor Een vijver vol inkt inspireren door de mooiste versjes uit het schatrijke oeuvre van Annie M.G. Schmidt en creëerde een prentenboek waarbij je ogen te kort komt.
Met onder andere Sebastiaan, Ik ben lekker stout, Het fluitketeltje, Dikkertje Dap, Tante en oom in Laren, De lapjeskat, De wim-wam reus en Drie ouwe ottertjes.
Je bent mijn liefste woord


‘Wat is een nuttig gedicht? Natuurlijk trek je ’s ochtends geen gedicht aan tegen koude voeten. Je smeert geen brood met een gedicht en je fietst niet op een gedicht naar je werk. Je kruipt ’s nachts niet tegen een gedicht aan in bed. Toch was het vertrekpunt voor het samenstellen van deze bloemlezing het nut van een gedicht. We zoeken nu eenmaal vaak naar woorden bij bijzondere gelegenheden. En wanneer we iets moeilijk onder woorden kunnen brengen, zijn er gelukkig onze dichters die het voorwerk hebben gedaan.’ Anne Vegter, Dichteres des Vaderlands
Een van ons zal omkijken


Toon Tellegen maakte voor deze bloemlezing zelf een keuze uit zijn allermooiste gedichten. Vanaf zijn eerste bundel tot aan zijn recentste dicht hij over ons, de mens, over het leven, de liefde, de twijfel en de dood. Soms zijn die gedichten ingetogen en melancholisch, dan weer spreken ze met uitroeptekens van hoop, verlangen en geluk. En steeds gaan ze over herkenbare gedachten en gevoelens, van het verdrietigste treurgedicht tot de gloedvolste liefdespoëzie.
Mijn naam is legioen


‘Ik leefde snel en telde af, dat was toen mode’, dicht Menno Wigman in zijn nieuwe bundel Mijn naam is Legioen. De dandy van de desillusie, zoals een criticus hem ooit noemde, kijkt terug op de eerste tien jaar van de eenentwintigste eeuw en doet dat in vastberaden, aangrijpende en soms ronduit pijnlijke gedichten. Of Wigman nu over chatrooms, porno, tuincentra, massavaccinaties of jeugdvandalisme schrijft, steeds is zijn toon die van een klassieke dichter, maken zijn gedichten de indruk er altijd al te zijn geweest.
Zoals Guus Middag in nrc Handelsblad schreef: ‘Wigman wil als een van de weinigen niet behagen. Hij gaat zijn eigen gang. (…) Hij spreekt voor zichzelf, maar ook meteen voor iedereen _ dat is het bijzondere.’ Mijn naam is Legioen is Wigmans eerste dichtbundel sinds zes jaar. Menno Wigman (1966) is dichter, vertaler en essayist. In 1997 debuteerde hij met de veelgeprezen bundel ’s Zomers stinken alle steden. Voor zijn bundel Zwart als kaviaar (2001) ontving hij de Jan Campert-prijs. In 2010 verscheen Red ons van de dichters, een bundel beschouwingen waarover
Het Parool schreef: ‘Zolang Wigman dicht en schrijft over dichten, komt het met de poëzie wel goed.’ ‘De kern waarom het gaat, in poëzie en in het menselijk bestaan.’ arie van den berg, nrc handelsblad ‘Een van de grootste Nederlandse dichters van zijn generatie.’ de volkskrant
Gedichten van de broer van Roos


Het poëziedebuut van Tim Hofman, BNN-presentator, DWDD-tafelheer en winnaar van Wie Is De Mol 2016
Je kent Tim Hofman waarschijnlijk als presentator van programma’s als Je Zal Het Maar Hebben of #BOOS, de documentaires van Spuiten & Slikken op Reis of anders als winnaar van Wie Is De Mol? 2016. Maar, zoals hij zelf zegt, televisie overkwam hem gewoon, zijn eigenlijke passie is altijd de rijmkunst geweest: het lezen, maar vooral toch het schrijven ervan. En dat blijkt, want sinds zijn veertiende schrijft Tim al gedichten.
Nu, veertien jaar later, is daar eindelijk een gebonden werk. Variërend van rijmpjes geschreven op de grap, tot heel technische stukken – maar gerust ook bijna lyrische gedichten die strak op rijm over liefde, de maatschappij of de dood gaan – neemt hij je aan de hand mee zijn hoofd in. Soms light verse, soms klassiek. Soms makkelijk, soms een puzzel. Soms zwaar, soms licht. Maar elke keer raakt het iets. Een beetje om te lachen, een beetje om te huilen.
De pers over Gedichten van de broer van Roos
‘Je ziet aan alles dat hij plezier heeft in taal, en in het spelen met taal.’ NRC Handelsblad
‘De variatie in zijn gedichten zou wel eens de reden kunnen zijn waarom Hofmans bundel vooral jongeren aanspreekt.’ Trouw
‘Een poëziebundel vol persoonlijke liefdesbeslommeringen, grappige observaties, maar ook duistere passages uit zijn verleden.’ Algemeen Dagblad
‘Tim bespreekt in gedichten de grote thema’s van het leven: anorexia, het bankwezen, depressies, relaties en (f)euthanasie. Dit doet hij met humor en rijm.’ Tzum
Liggen in ’t gras


Op, zijn eigen, oorspronkelijke en begrijpelijke wijze speelt Toon Hermans met de taal om zijn visie op de wereld en het wereldje, op het geloof, de natuur en de mens, op leven en dood te geven. Geloof, hoop, liefde en humor zijn de thema’s in dit ‘ boek, dat een groot publiek zal aanspreken dat soms ontroerd, soms geamuseerd zal worden door de gedichten, of om met Toon Hermans te spreken, de versjes. Na de 100 gedichten is een aantal beschouwingen opgenomen waarin Toon Hermans zich voor het eerst publiekelijk uitspreekt over het theater en het cabaret in Nederland. Zijn mening en visie op de toekomst zullen vele pennen in beweging brengen. Tenslotte telt het boek verscheidene verhalen en beschouwingen over o.a. koningin Juliana, Charlie Chaplin, de lach en de glimlach, het apeninstinct en de humor.
In mijn mand


In mijn mand, de derde bundel van Lieke Marsman, behandelt de grootste thema’s die het menselijke bestaan kenmerken: de waarde van het leven en de plek van de dood in een mensenleven.
Hoe leef je met een levensbedreigende ziekte? Hoe verandert dat je blik op de wereld, op wat van waarde is, op wat je je herinnert en het verloop van de tijd? En hoe verhoud je je tot de wereld in dergelijke omstandigheden? Trek je je eruit terug, of laat je je juist gelden en houd je die wereld een spiegel voor?
Lieke Marsman kiest resoluut voor het laatste.
Lieke Marsman is Dichter des Vaderlands 2021-2022.
Verzameld werk – Rutger Kopland


Na het overlijden van Rutger Kopland in 2012 is de belangstelling voor zijn poëzie alleen maar toegenomen. Van zijn verzameld dichtwerk werden inmiddels ruim 25 000 exemplaren verkocht. Kopland blijft een groot publiek aanspreken. De doden zijn zo hevig afwezig, alsof niet alleen ik, maar ook zij hier staan en het landschap hun onzichtbare armen om mijn schouders slaat. […]
Pessimisme kun je leren!


Aan het begin van deze eeuw, toen ik nog een puisterige puber was, voelde ik een grote behoefte om in de literatuur de antwoorden op mijn levensvragen te vinden. Dat lukte niet. Hoewel ik het kunstenaarsleven leidde, inclusief een getormenteerde ziel en een geveinsde zucht naar drank, net als mijn literaire helden, duwden de meeste boeken me verder in de put. Tot ik het werk van Levi Weemoedt ontdekte.
De persoonlijke ellende spat van zijn poëzie, maar hij verpakt het in de liefde voor taal en ongebreidelde zelfspot, een combinatie die ik niet voor mogelijk hield. Als hij een mislukking beschreef, bood me dat troost, en moest ik ongemakkelijk lachen om mijn eigen pathetische overdrijvingen. Nog vaker deed hij me huiveren om zijn tekstuele spitsvondigheid en het superieure spel met woorden dat hij telkens speelt. De gedichten kwamen soms wat kort en eenvoudig op me over, maar er zijn maar weinig dichters die het autonoom na kunnen doen.
Het gedicht ‘Don Juan Lul’ tors ik al ruim een decennium ingelijst met me mee naar de verschillende huizen die ik heb bewoond. Nu hangt het pontificaal in onze woonkamer. In al zijn eenvoud schetst het een beeld van iemand die ogenschijnlijk alles al heeft opgegeven. In werkelijkheid houdt de taal hem overeind. Iedereen moet Weemoedt lezen! Vandaar deze bloemlezing, die ik met veel plezier heb samengesteld.’ – Özcan Akyol


