|

De top 10 van de beste boeken over Atletiek 2024

Atletiek is een sport dat de laatste jaren erg in populariteit is toegenomen, dit heeft mede te maken met de goede prestaties van Dafne Schippers, Churandy Martina, Femke Bol en Sifan Hassan. Het leuke van Atletiek is dat er vele verschillende onderdelen zijn, de kans is dan ook groot dat je geïnteresseerd bent in één of meerdere onderdelen. Voor mijn vorige werkzaamheden kwam ik een aantal keer per jaar in het FBK stadion die heeft mijn Atletiek hard wel sneller doen kloppen.

Op deze pagina vind je de 10 beste boeken over Atletiek. Om je een goed beeld te geven van de boeken heb ik naast een boekomschrijving, ook een link van Bol.com geplaatst. De link geeft veel extra informatie. Via de link kun je het boek over Atletiek ook eenvoudig en snel bestellen.

Tienkamp totaal

Tienkamp Totaal | Handboek voor beginnende en gevorderde atleten 9 mei 2012 Tienkamp Totaal is een ode aan de in 2012 honderdjarige olympische tienkamp.

Het boek beschrijft de geschiedenis van de tienkamp, de mondiale prestatieontwikkeling, de techniek van de technische atletiekdisciplines die de meerkamp omvat, de verschillende trainingsmethoden en trainingen. Ook bevat het interviews met onder anderen toptienkamper Eelco Sintnicolaas en zijn trainers en wereldrecordhouder op de tienkamp Roman Šebrle. Een voorbeeldjaarprogramma geeft de ontwikkelende tienkamper handvatten om zijn eigen schema’s te maken.

Verder is er in het 13 hoofdstukken tellende boek met ruim 280 pagina’s aandacht voor de wedstrijdvoorbereiding en voeding. Veel (oud) topatleten en (bonds)coaches verleenden door het geven van tips en adviezen hun medewerking aan Tienkamp Totaal.

Over de auteur
Bert Vreeswijk (1950) werd op 16 jarige leeftijd lid van een atletiekvereniging. Hij haalde als junior goede resultaten op de middenafstand, hordenummers en het polsstokhoogspringen. Als senior werd hij tijdens zijn opleiding aan het CIOS te Overveen geïnspireerd door atletiekdocent Wil Westphal en richtte hij zich meer op de tienkamp. Al vrij snel volgde hij, onder leiding van toenmalig meerkampbondscoach Jaap Noordenbos, de centrale training en volgde er met de landenploeg deelname aan een interland.

Bert Vreeswijk wil met dit omvangrijke naslagwerk zijn ervaring en die van (oud)-tienkampers en coaches overbrengen en daarmee de jongere generatie inspireren tot een succesvolle start in de meerkamp.


De canon van de Nederlandse atletiek

Onze complete atletiekhistorie in 50 vensters.

“Een prachtboek vol schitterende verhalen over de rijke Nederlandse atletiekhistorie. Een mooi cadeau voor elke sportliefhebber.”
– Jos Hermens, atletenmanager en voormalig houder werelduurrecord

“Een zeer boeiende en prachtig geschreven verdieping van de bijzondere Nederlandse atletiekgeschiedenis.”
– Gerard Nijboer, oud-Europees kampioen en olympisch zilverenmedaillewinnaar op de marathon

“Een prachtig initiatief om onze boeiende atletiekgeschiedenis op deze manier te boekstaven. Een bijzonder naslagwerk voor iedereen die geïnteresseerd is in deze mooie sport.”
– Ellen van Langen, olympisch kampioene op de 800 meter en atletenmanager

“Van incidenteel naar structureel en van alleen naar samen: de weg naar de wereldtop in 150 jaar. Een must-read voor atleten, coaches én bestuurders.”
– Joop Alberda, voormalig technisch directeur NOC-NSF


De ontdekking van Dafne

De ontdekking van Dafne en andere verhalen uit de Nederlandse atletiekgeschiedenis

Een Nederlandse sprinter die medailles won bij de Olympische Spelen, een hoogspringer die maar vijf centimeter van het wereldrecord verwijderd bleef, discuswerpers in de wereldtop… onze atletiekgeschiedenis is rijker dan je zou denken.

In zijn boek maakt Kees Sluys een fascinerende rondgang door de boeiende atletiekgeschiedenis van Nederland. Te beginnen met selfmade man Jan Brasser, die bij de Olympische Spelen van Berlijn indruk maakte op de tienkamp. Hij vertelt het verhaal van de ‘beste blanke sprinter’ Tinus Osendarp, van tienkamper Eef Kamerbeek en van sprintster Wilma van den Berg, de ‘gazelle van de Europese atletiekarena’s’.

Hij buigt zich over het formidabele werptrio Cees Koch, Erik de Bruin en Rutger Smith, en uit zijn bewondering voor de langeafstandloper Jos Hermens, hoogspringer Ruud Wielart en hardloopster Ellen van Langen. En natuurlijk beschrijft hij de onweerstaanbare opkomst van Dafne Schippers, het grootste sprinttalent sinds Fanny Blankers-Koen.


Missie marathon

Hoe bereid je je voor op de marathon zonder geblesseerd te raken?

Mariska van Sprundel trainde drie keer voor een mara¬thon en raakte drie keer geblesseerd. Daarna besloot ze het roer rigoureus om te gooien. Onder begeleiding van experts ging ze op zoek naar het recept voor een goede voorbereiding.

Wat als een looptrainer een persoonlijk schema maakt, een fysiotherapeut de pijntjes onder controle houdt, een sportdiëtist haar voeding bijstuurt en ze met een sport¬psycholoog werkt aan haar mentaliteit? Uiteindelijk vol¬brengt ze haar missie en loopt ze, in Frankfurt, voor het eerst een marathon uit. En dat smaakte naar meer. Want ook in Berlijn voltooide ze in oktober 2021, in een van de eerste marathons georganiseerd na de lockdowns, de klassieke afstand.

In Missie marathon deelt Van Sprundel haar persoonlijke ervaringen en biedt ze zowel de beginnende als ervaren lopers informatie over trainingsschema’s, belasting van de spieren, voeding, motivatie, looptechniek, de man met de hamer en nog veel meer.


10,6 naar 9,58

Tijdens de Olympische Spelen van Stockholm in 1912 loopt de 18-jarige Amerikaan Donald Lippincott met 10,6 het eerste officieel geregistreerde wereldrecord op de 100 meter. Bijna een eeuw later, bij het WK atletiek in 2009 te Berlijn, raast Usain Bolt naar de duizelingwekkende tijd van 9,58. In de tussenliggende honderd jaar – vol triomf, tragiek en vernieuwingen – gingen vele atleten op jacht naar het predicaat ‘snelste man ter wereld’. Vaak waren dat donkere superatleten, zoals Jesse Owens, Carl Lewis en Maurice Greene.

Maar ook blanke atleten presteerden menigmaal op het allerhoogste niveau. Charley Paddock, Armin Hary en Valeri Borzov – ook zij behaalden olympisch goud. Van 10,6 naar 9,58 toont de fascinerende geschiedenis van de sprint. Maar de sprint omvat meer dan het koningsnummer. Ook de 200 meter (Tommie Smith, Pietro Mennea, Michael Johnson) en de 4 × 100 meter estafette komen ruimschoots aan bod. Talloze anekdotes en achtergrondverhalen brengen de ongekende prestaties van de allerbeste sprinters nog meer tot leven.

Kees Sluys is schrijver en journalist. Hij schreef onder meer de biografie van Mart Smeets (2012) en publiceerde twee boeken over atletiek: Snel, hoog, ver – geschiedenis van de tienkamp (2008) en De ontdekking van Dafne en andere verhalen uit de Nederlandse atletiekgeschiedenis (2016).


Snel, Hoog, Ver

De tienkamp is sinds de Spelen van 1912 in Stockholm een olympische discipline. De Amerikaan Jim Thorpe won toen de gouden medaille, en werd door koning Gustaaf uitgeroepen tot `beste atleet ter wereld . Sindsdien heeft de tienkamp stormachtige ontwikkelingen doorgemaakt. Kees Sluys brengt in zijn boek Snel, hoog, ver die kleurrijke geschiedenis in kaart.

Waarom werd Jim Thorpe zijn gouden medaille weer ontnomen? Ging olympisch kampioen van 1936 Glenn Morris ten onder aan zijn liefde voor Lenie Riefenstahl? Hoe was het mogelijk dat een zeventienjarige Amerikaanse jongeman in 1948 olympisch kampioen op de tienkamp werd? En waarom zijn Nederlandse tienkampers nooit verder zijn gekomen dan een vijfde plaats tijdens de Spelen?

Sluys dook in de archieven, bezocht de grote toernooien en sprak met talloze Nederlandse en buitenlandse (oud-)tienkampers, trainers en journalisten. Het leverde stof voor vele triomfantelijke, spannende en dramatische episodes uit de tienkamphistorie.

Kees Sluys (1949) is redacteur van de VPRO Gids. Hij is medesamensteller van De blokjeslegger van Turijn Dertien Olympische schaatsfenomenen, en leverde bijdragen aan de bundel Mijn Johan Cruijff en aan hardlooptijdschrift 42.


Atletiek in 15 verhalen

Ivan Sonck wilde van kindsbeen journalist worden, het liefst sportjournalist met een uitgesproken voorliefde voor atletiek. In zijn jonge jaren was atletiek trouwens bijna net zo populair als voetbal en wielrennen. Geen Vlaamse of Belgische krant die niet elke dag haar licht liet schijnen over wat zich in de binnen- en buitenlandse atletiekstadions afspeelde.

Ivans jongensdroom kwam uit. Al toen hij nog student was, mocht hij voor de openbare omroep werken, toen bij de radio, later bij de televisie. Gedreven maar afstandelijk en kritisch voor honderdduizenden kijkers verslag uitbrengen over wat de eerste olympische sport in positieve of negatieve zin te bieden had: dat was de stijl van Ivan Sonck. Zijn naam werd een begrip.

De Olympische Spelen waren zijn Eldorado – hij maakte er zes mee, naast evenveel wereldkampioenschappen. Niet minder aantrekkelijk waren de klassieke eendagsmeetings in het chique Zürich, op een midzomeravond in Oslo, of in het Koning Boudewijnstadion. Inmiddels had hij als fervent vrijetijdsloper dertien marathons tot een goed einde gebracht. Vooral het mentale aspect ervan inspireert hem. Een dag zonder lopen is een verloren dag.

Vandaag kijkt de auteur terug op meer dan een halve eeuw hoogtepunten en tragische momenten uit de atletiekgeschiedenis. Hij doet dat in zijn typische stijl: gereserveerd én gedreven. Atletiek in vijftien verhalen, met een open brief aan Nafi Thiam, is een inzichtelijk verslag van een bevoorrechte getuige.


Sprintkoninginnen

Van Fanny tot Dafne Hollands glorie op de atletiekbaan
In de zomer van het olympische jaar 1932 liep een vrouw de 100 meter voor het eerst binnen de 12 seconden: ‘mejuffrouw’ Tollien Schuurman uit Friesland. Veel meer bekendheid verwierf Fanny Blankers-Koen, ‘de vliegende huismoeder’ die in 1948 met vier gouden medailles terugkeerde van de Spelen van Londen. Na ‘de wonderestafette van 1968’ en Nelli Cooman is er vele decennia later een nieuw Nederlands sprintfenomeen opgestaan: Dafne Schippers.

Hoe kan het dat Nederlandse vrouwen zo groot zijn op de sprint? Kees Kooman spurt door de geschiedenis. Met tussenstops in de sprintwalhalla’s Jamaica en de Verenigde Staten, en via de pünktliche perfectie van Oost-Europese systemen, komt hij uit bij de Nederlandse sprintkoninginnen, die met een combinatie van expertise, snelle benen en boerenverstand het onmogelijke mogelijk maken.

Kooman sprak vele legendarische sprintsters, onderzoekt het geheim van hun kracht en trakteert de lezer op veel prachtige anekdotes. Sprintkoninginnen biedt een verrassende kijk op de ‘moeder aller sporten’.

De pers over de Fanny Blankers-Koen-biografie Een koningin met mannenbenen:
‘Parel onder de sportboeken.’ AD
‘Genadeloos tijdsbeeld.’ HP/De Tijd
‘Een niets verhullend boek.’ De Telegraaf
‘Deze biografie is meer dan een gewoon sportboek.’ De Volkskrant
‘Mythes doorgeprikt in boeiende biografie.’ Trouw


Svetlana

Svetlana Bolshakova is een hink-stap-springster die in de toenmalige Sovjet-Unie werd geboren. Ze groeit op in een afkruimelend regime, met vallen en opstaan, en wordt al snel ontdekt als een getalenteerd sportster. Op een internationale atletiekmeeting leert ze haar latere man Stijn kennen, zelf hoogspringer.

De carrière van Svetlana verloopt voorspoedig, ondanks enkele zware blessures. Op het EK in Barcelona in 2010 wint ze de bronzen medaille, in 2011 verbetert ze haar indoorrecord en even later krijgt ze de Gouden Spike, als beste Belgische atlete. The sky is the limit. In het voorjaar van 2011 scheurt Svetlana evenwel de linkerachillespees waardoor ze haar deelname aan het WK atletiek kan vergeten. Ze werkt voor de derde keer keihard om terug te keren op het hoogste niveau. Haar doel: de Olympische Spelen in Londen 2012.


De kick in atletiek

Praktijk en theorie van de atletiekbeoefening De Kick in Atletiek is geschreven voor docenten Lichamelijke Opvoeding in het basisonderwijs, voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. Het boek is een verzameling van onderwijsleerstof voor alle leeftijden.

Als u dit boek gebruikt, merkt u dat het echt ‘kicken’ is in atletiek. U vindt een schat aan informatie om uw lessen op een verantwoorde en aantrekkelijke manier in te vullen. Veel werkvormen doen een appèl op het plezier dat leerlingen ervaren als zij tot bewegen uitgedaagd worden. De opbouw van het boek: Het boek bestaat uit dertien hoofdstukken.

Hoofdstuk 1 verwijst naar de kerndoelen en eindtermen van de lichamelijke opvoeding, vooral naar de eindtermen die gericht zijn op atletiek. Voor verschillende onderwijstypen staan suggesties hoe u de onderwijsleerstof kunt benutten om de doelen te bereiken.

Hoofdstuk 2 tot en met 12 hebben dezelfde opbouw en behandelen elk één atletieknummer. Achtereenvolgens zijn dit: start en sprint, lange afstand, hordelopen en hindernislopen, estafette, verspringen, hoogspringen, hink-stap-springen, polsstokhoogspringen, kogelstoten, discuswerpen, balwerpen en speerwerpen.

Hoofdstuk 13 staat in het teken van de meerkamp. Deze meerkampen kunnen tijdens sportdagen, schoolkampen, klassen tegen elkaar of in een persoonlijke meerkamp worden uitgevoerd. De beoordeling van de meerkampen gaat met punten uit een prestatieladder voor twaalf- tot achttienjarigen, voor zowel jongens als meisjes.

Deze prestatieladder heeft 25 treden, waardoor er geen correlatie is met het geven van cijfers voor de atletiek.


Vergelijkbare berichten